Kurt Leuridan, CEO van Tokai, schreef voor Eyeline Magazine een bijzondere column

Ik ben niet de toekomst, het bedrijf is

De titel is veelzeggend en ik zeg u meer. Dit artikel is geschreven door een 52-jarige en meegeschreven en uiteindelijk goedgekeurd door een 27-jarige, namelijk Nathalie Vanmontfort. Ik zal dus binnen afzienbare tijd verdwijnen uit de optiekwereld en hopelijk op iets langere termijn uit de wereld. Jack Mae stelt zeer terecht dat je vanaf uw vijftigste, je moet inzetten voor de jeugd. De toekomst met andere woorden, ook binnen en met Tokai.

Zelfstandige opticien zou verdwijnen

In 2004, toen ik mijn eerste stappen zette in de optiekwereld, werd me gezegd dat de zelfstandige opticien zou verdwijnen. Onder druk van de ketens uit het buitenland. Er werd me gezegd dat Tokai zou verdwijnen, onder druk van de mastodonten, eveneens uit het buitenland. En kijk, we zijn er nog. Wat ouder, misschien ook wat wijzer. Maar zeker rustiger in een onrustiger wereld. We zijn er nog, we zijn niet verdwenen, maar vele collega’s wel. Optiekzaken en glasfabrikanten. Gesloten, opgeslorpt door fabrikanten of gekocht door grote groepen. Een recent en accelerend fenomeen van concentratie, met als uitschieter onze Frans/Italiaanse vrienden. Concentratie van beslissingsrecht of als je wilt ‘macht’. Machtsconcentratie is gevaarlijk voor de consument, de sector en in onze branche misschien wel de volksgezondheid.

Brilglazen zijn duur, wordt verteld

Algemeen belang en een betere toekomst voor de jeugd betekent dat macht moet verdeeld worden in plaats van geconcentreerd. Een welbegrepen scheiding der machten moet de basis zijn van een goed politiek systeem, maar ook in de economie. Het is gemakkelijk om kritiek te geven op wie in het verleden macht had – ‘a war against the past’. Kritiek en waakzaamheid zijn echter vooral nodig tegen instellingen en bedrijven, maar vooral ideeën die vandaag machtig zijn. En dat zijn juist veeleer de ideeën die je niet mag bekritiseren.
Enkele voorbeelden. Ten eerste over goedkoop, goedkoper en goedkoopst. Het is nog steeds zeer ‘bon ton’ om te zeggen dat brilglazen duur zijn. De oogarts zegt het tegen de consument. De consument zegt het tegen de opticien en uiteindelijk zegt de opticien het tegen de glasfabrikant. Het resultaat is dat de machtigste glasfabrikanten bij de oogarts op schoot gaan zitten en indien mogelijk hem/haar vervangen, of op zijn minst de volledige ketting proberen in handen te krijgen. Vanaf het voorschrift tot het afleveren van de bril. Wie is hier de dupe van? Iedereen in de ketting. Geen vrije keuze meer, want als je het voorschrift niet volgt, verkoop je niks meer. Hoe de idee van goedkoop eindigt in een monopolie.

Een professionelere oogmeting is betere oogzorg

Tevens de idee dat het opmeten van de ogen gereserveerd moet zijn aan de oogarts of de geaccrediteerde optometrist. Is op eerste zicht een goed idee. Een goed idee dat de consument ten goede komt. Een professionelere oogmeting, dus betere oogzorg. Men zou een erkenning van het beroep verwachten als uitkomst. Het omgekeerde is waar. De oogartsen geraken overstelpt. Langere wachttijden of erger: de ziekenhuizen en oogartsen bieden hogere lonen en betere uren en weg zijn de opticiens uit de optiekzaak. En we concentreren de beslissing bij één beroepsgroep, die in België redelijk vijandig staat tegenover de andere spelers in de oogzorg – het resultaat van een ‘goed’ idee.
Deze goede ideeën zijn ‘luxury beliefs’. ‘Luxury beliefs’ zijn het pronken met overtuigingen die status bezorgen aan voornamelijk hoogopgeleiden, overtuigingen die progressief klinken, maar veel schade veroorzaken in de samenleving. Diegene die de schade ondervinden, hebben ook niet de luxe om zich die overtuiging te kunnen permitteren. Anders dan luxegoederen, zoals handtassen of sportwagens, kosten de ‘luxury beliefs’ degene die er mee pronken bovendien meestal weinig of niets. In onze sector is het de consument. Hij is technisch niet op de hoogte van want hij koopt en welke keuzes hij allemaal heeft.

Veel ondernemende jongeren in de optiekwereld

We horen veel negativiteit over de jeugd. Dat ze niet willen werken en alleen vakantie willen. Dat ze de planeet willen redden, maar niet tijdens de muziekfestivals of wanneer ze massaal naar Ibiza vliegen. Ok, niet consequent zijn we allemaal al eens geweest. Maar er zijn ook veel ondernemende jongeren, ook in de optiekwereld. Jonge opticiens die nog een zaak starten, lenstrainers, marketeers of nieuwe monturenmerken. Als je het wilt zien, zal je ze zien. Maar ze moeten de ruimte krijgen, van de generatie voor hen. We moeten er geen stolp over plaatsen dat is zeker, maar we moeten ook binnen onze sector ruimte laten voor ambitie en jong geweld. Als jongere kan je daarom niets beter doen dan Aristoteles lezen. ‘Let’s go back to Aristoteles, nothing happened ever since’ is niet voor niets een bekende uitspraak. Aristoteles schets onvolprezen hoe elke deugd het midden houdt tussen twee ondeugden. De deugd van rechtvaardigheid en ook ‘zonder moed zal je niets in deze wereld bereiken’.

Investeren in jonge mensen die nieuwe dingen willen uittesten

Het is belangrijk dat alle bedrijfsleiders, wetgevers en belangengroepen het grotere plaatje voor ogen houden, willen we de jeugd evenveel kansen geven. Het partnerschap over generaties heen, of als u mij toestaat Edmund Burke te citeren: ‘Society is a partnership not only between those who are living, but between those who are living, those who are dead and those who are to be born’. Zo tracht ik ook Tokai te leiden. Kansen geven aan wie na mij komt en investeren in jonge mensen die nieuwe dingen willen uittesten. Soms lukt het, soms niet. Dat laatste is niet erg. Ervaring is ten slotte de optelsom van wat ooit is misgegaan of wat je niet gedood heeft, heeft je sterker gemaakt.

Leve de toekomst !